Wij werken deels vanuit huis en zijn goed bereikbaar
Dien hier uw adviesaanvraag in

Wat is de Rome II verordening?

De Rome II verordening bepaalt welk recht van toepassing is op grensoverschrijdende niet-contractuele verbintenissen, zoals een onrechtmatige daad.

De Rome II verordening ziet ook op bijzondere typen van onrechtmatige daad, zoals:

  • productaansprakelijkheid;
  • oneerlijke concurrentie en mededinging;
  • inbreuk op intellectuele eigendomsrechten;
  • collectieve acties bij arbeidsconflicten.

Eveneens regelt de Rome II verordening de ongerechtvaardigde verrijking, zaakwaarneming en precontractuele aansprakelijkheid.

De Rome II verordening is verdeeld over zeven hoofdstukken, waaraan een considerans vooraf gaat. De bepalingen uit de considerans vormen een belangrijk hulpmiddel bij de interpretatie van de bepalingen uit de Rome II verordening.

Ontvang een deskundig advies op maat
Verkrijg bevestiging over de juiste toepassing van het recht
Bespaar tijd

Wanneer is de Rome II verordening van toepassing?

  • De Rome II verordening en het temporele toepassingsgebied

Op 11 januari 2009 is de Rome II verordening in werking getreden. De Rome II verordening is van toepassing op schadeveroorzakende gebeurtenissen die zich op of na deze datum hebben voorgedaan.

De Rome II verordening vervangt de Wet conflictenrecht onrechtmatige daad (WCOD). Deze is ingetrokken per 1 januari 2012, bij de invoering van Boek 10 BW.

  • De Rome II verordening en het geografische toepassingsgebied

De Rome II verordening is van toepassing in elke lidstaat, behalve Denemarken (nr. 40 considerans Rome II verordening). Denemarken neemt namelijk niet deel aan de maatregelen die voortvloeien uit het kader van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, aangezien het niet gebonden is door titel V van het Derde Deel van het VWEU.

Het VK is als niet-lidstaat niet gebonden aan de Rome II verordening. Het VK heeft echter aangegeven de Rome II verordening na de Brexit te gaan incorporeren in de eigen rechtsorde.

  • De Rome II verordening en het materiële toepassingsgebied

In artikel 1 Rome II verordening staat het materiële toepassingsgebied beschreven. De Rome II verordening is van toepassing op ‘niet-contractuele verbintenissen in burgerlijke en handelszaken’. In Nederland is de Rome II verordening ook van toepassing op onderwerpen die zijn uitgesloten van de materiële reikwijdte van de verordening (verg. art. 10:159 BW). Ten aanzien van twee categorieën gelden echter bij voorrang de speciale regels uit Haagse Verdragen, namelijk ten aanzien van verkeersongevallen en productaansprakelijkheid.

  • Rome II verordening en het formele toepassingsgebied

De Rome II verordening heeft een formeel universeel toepassingsgebied (art. 3 Rome II verordening). Dit betekent dat het voor de toepasselijkheid van de Rome II verordening niet uitmaakt of het recht van een lidstaat wordt aangewezen

Wilt u een vrijblijvende kostenopgave ontvangen?

De Rome II verordening en doelstellingen en uitgangspunten

Het doel van de Rome II verordening is het opstellen van eenvormige regels voor het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen. In de considerans van de Rome II verordening wordt aangegeven dat de goede werking van de interne markt vereist dat de voorspelbaarheid van de uitslag van juridische geschillen, de rechtszekerheid en de wederzijdse erkenning van beslissingen worden bevorderd. Dit veronderstelt conflictregels die hetzelfde nationale recht aanwijzen, ongeacht bij welke rechter het geding aanhangig is gemaakt.

In de considerans van de Rome II verordening wordt vervolgens gewezen op het belang van de rechtszekerheid en de noodzaak om recht te doen in individuele gevallen. Gelet daarop schrijft de Rome II verordening een algemene regel voor, tegelijkertijd voorziet de Rome II verordening ook in specifieke regels en, in sommige bepalingen, in een ‘ontsnappingsclausule’, waardoor afgeweken mag worden van deze regels voor het geval uit alle omstandigheden van het geval blijkt dat de onrechtmatige daad een kennelijk nauwere band heeft met een andere lidstaat.

De Rome II verordening en de hoofdregel t.a.v. het toepasselijk recht op een internationale onrechtmatige daad

In hoofdstuk II van de Rome II verordening staan de regels opgenomen ten aanzien van de algemene internationale onrechtmatige daad en bijzondere typen van internationale onrechtmatige daad. Ten aanzien van de algemene internationale onrechtmatige daad geldt als hoofdregel artikel 4 Rome II verordening. Hieruit volgt dat het recht van toepassing is van het land waar de schade zich voordoet, ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welke landen de indirecte gevolgen van die gebeurtenis zich voordoen.

Deze hoofdregel wordt in ipr-jargon wel de ‘lex loci damni’ genoemd. Het gaat dus niet om de plaats waar de schadeveroorzakende handeling zich heeft voorgedaan, maar om de plaats waar de schadelijke gevolgen daarvan voelbaar zijn. Een voorbeeld ontleend uit de beroemde zaak ‘Bier’ van het Hof van Justitie: een bedrijf loost gifstoffen in de Rijn in Frankrijk en de boeren in Nederland ondervinden hiervan schade aan hun gewassen: de lex loci damni is hier Nederland. Artikel 4 Rome II verordening zou het Nederlandse recht aanwijzen als toepasselijk recht op de vordering uit onrechtmatige daad.

De Rome II verordening en uitzonderingen op de hoofdregel

Op de hoofdregel van artikel 4 Rome II verordening geldt een uitzondering in het geval zowel de laedens als gelaedeerde hun gewone verblijfplaats hebben in hetzelfde land op het tijdstip waarop de schade zich voordoet. In dat geval bepaalt de Rome II verordening dat het recht van dat land van toepassing is. Deze uitzondering wordt in ipr-jargon wel ‘accessoire aanknoping’ genoemd.

Een andere uitzondering op de hoofdregel die volgt uit artikel 4 Rome II verordening is de ‘ontsnappingsclausule’. Dit houdt in dat indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de internationale onrechtmatige daad een kennelijk nauwere band heeft met een ander land, dat het recht van dat andere land van toepassing is. Een belangrijke factor bij dit oordeel is indien er een reeds eerder bestaande, nauw met de onrechtmatige daad samenhangende betrekking tussen de partijen bestaat, zoals een overeenkomst.

  • De Rome II verordening en de regels ten aanzien van de bijzondere typen van internationale onrechtmatige daad

De hoofdregel van artikel 4 Rome II verordening is niet van toepassing indien sprake is van een bijzonder type van internationale onrechtmatige daad die onder de artikelen 5-9 Rome II verordening valt. Deze afzonderlijke regels zijn specifiek afgestemd op de materie, waarin beginselen inzake bescherming en/of begunstiging kunnen zijn verdisconteerd.

  • De Rome II verordening en het toepasselijk recht op internationale productaansprakelijkheid

Artikel 5 Rome II verordening regelt de internationale productaansprakelijkheid en heeft voor Nederland weinig belang, omdat het Haags Productaansprakelijkheidsverdrag bij voorrang van toepassing is in Nederland (art. 28 lid 1 Rome II verordening en art. 10:158 BW). Artikel 5 Rome II verordening kan wel van toepassing zijn voor Nederlandse partijen indien geprocedeerd wordt in een land dat geen verdragspartij is.

Wilt u een vrijblijvende kostenopgave ontvangen?

Uit artikel 5 Rome II verordening volgt dat het recht van toepassing is van het land waar de gelaedeerde zijn gewone verblijfplaats had op het tijdstip waarop de schade zich voordeed, mits het product in dat land op de markt is gebracht. Subsidiair is het recht van toepassing van het land waar het product is verkregen, mits het product in dat land op de markt is gebracht.

Op deze regels van artikel 5 Rome II verordening geldt een uitzondering in het geval de laedens redelijkerwijs niet kon voorzien dat het product in de hierboven beschreven drie landen op de markt zou worden gebracht. Indien de laedens dit kan bewijzen, dan is het recht van toepassing van het land waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft.

Een andere uitzondering die wordt voorzien in artikel 5 Rome II verordening is de ‘ontsnappingsclausule’. Dit houdt in dat indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat het geval een kennelijk nauwere band heeft met een ander land, dan het recht van dat andere land van toepassing is. Een belangrijke factor bij dit oordeel is de aanwezigheid van een reeds eerder bestaande, nauw met de onrechtmatige daad samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst.

De accessoire aanknoping van artikel 4 lid 2 Rome II verordening is overigens in het geval van een internationale productaansprakelijkheidskwestie ex artikel 5 Rome II verordening aanvullend van toepassing, hetgeen dus kan opgaan indien zowel laedens als gelaedeerde hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben.

  • De Rome II verordening en het toepasselijk recht op internationale oneerlijke concurrentie en mededinging

Artikel 6 Rome II verordening regelt de internationale oneerlijke concurrentie en mededinging en voorziet in een bijzondere regeling. Ten aanzien van oneerlijke concurrentie volgt uit artikel 6 Rome II verordening dat het recht van toepassing is van het land waar de concurrentieverhoudingen of de collectieve belangen van de consumenten worden geschaad of dreigen te worden geschaad.

Hierop geldt een uitzondering: indien de daad van internationale oneerlijke concurrentie uitsluitend de belangen van een bepaalde concurrent schaadt, dan is artikel 4 Rome II verordening van toepassing.

Ten aanzien van beperkingen op de mededinging volgt uit artikel 6 Rome II verordening dat het recht van toepassing is van het land waarvan de markt beïnvloed wordt of waarschijnlijk beïnvloed wordt. In het artikel wordt verduidelijkt dat in het geval dit meerdere markten zijn, de gelaedeerde die schadevergoeding vordert bij het gerecht van de woonplaats van de laedens, zijn vordering mag gronden op het recht van het forum, mits de markt in die lidstaat één van de markten is die rechtstreeks en aanzienlijk beïnvloed worden door de beperking van de mededinging waaruit de niet-contractuele verbintenis voortvloeit waarop de vordering is gebaseerd.

  • De Rome II verordening en het toepasselijk recht op internationale milieuschade

Artikel 7 Rome II verordening geeft een bijzondere regeling voor internationale milieuschade. Uit dit artikel volgt dat het recht van toepassing is van het land waar de schade zich voordoet ex artikel 4 lid 1 Rome II verordening, tenzij de gelaedeerde besluit zijn vordering te baseren op het recht van het land waar de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan. Dit artikel is dus duidelijk gebaseerd op het begunstigingsbeginsel, gelet op het feit dat de eiser hier de mogelijkheid heeft te kiezen voor het rechtsstelsel dat voor hem materieel gezien het gunstigst is.

  • De Rome II verordening en het toepasselijk recht op een inbreuk op intellectuele eigendomsrechten

Artikel 8 Rome II verordening regelt de inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten met internationale aspecten. Uit dit artikel volgt dat het recht van toepassing is van het land waarvoor de bescherming wordt gevorderd.

Indien het gaat om een inbreuk op een unitair EU intellectueel-eigendomsrecht, dan wordt de vordering beheerst door het recht van het land waar de inbreuk is gemaakt.

  • De Rome II verordening en het toepasselijk recht op een internationaal collectief arbeidsconflict

Artikel 9 Rome II verordening voorziet in een regeling voor internationale collectieve arbeidsconflicten (bijv. stakingen). Uit dit artikel volgt dat het recht van toepassing is van het land waar de actie zal plaatsvinden of heeft plaatsgevonden.

De accessoire aanknoping van artikel 4 lid 2 Rome II verordening is overigens in de situaties die vallen onder artikel 9 Rome II verordening aanvullend van toepassing, hetgeen dus kan opgaan indien zowel laedens als gelaedeerde hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben. In dat geval is dat recht van toepassing.

Wilt u een vrijblijvende kostenopgave ontvangen?

De Rome II verordening en het toepasselijk recht op de internationale ongerechtvaardigde verrijking, zaakwaarneming en precontractuele aansprakelijkheid

In hoofdstuk III van de Rome II verordening worden regels gegeven ten aanzien van de internationale ongerechtvaardigde verrijking, zaakwaarneming en precontractuele aansprakelijkheid.

  • De Rome II verordening en het toepasselijk recht op een internationale ongerechtvaardigde verrijking

Artikel 10 Rome II verordening ziet op een internationale ongerechtvaardigde verrijking, waaronder begrepen een internationale onverschuldigde betaling. In het geval een dergelijke niet-contractuele verbintenis waarop de vordering gebaseerd is tevens verband houdt met een bestaande, nauw met die ongerechtvaardigde verrijking samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst of een onrechtmatige daad, wordt de vordering beheerst door het recht dat op die betrekking van toepassing is.

In het geval het toepasselijk recht niet op basis van bovenstaande regel kan worden bepaald, en partijen hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben, dan is het recht van dat land van toepassing. Ingeval partijen hun gewone verblijfplaats niet in hetzelfde land hebben, dan is van toepassing het recht van het land waar de ongerechtvaardigde verrijking zich voordoet.

Deze regels kennen een uitzondering via de ‘ontsnappingsclausule’. Dit houdt in dat indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat het geval een kennelijk nauwere band heeft met een ander land, het recht van dat andere land van toepassing is.

  • De Rome II verordening en het toepasselijk recht op een internationale zaakwaarneming

Artikel 11 Rome II verordening ziet op een internationale zaakwaarneming. Hieruit volgt dat in het geval een dergelijke niet-contractuele verbintenis waarop de vordering gebaseerd is tevens verband houdt met een bestaande, nauw met die zaakwaarneming samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst of een onrechtmatige daad, de vordering wordt beheerst door het recht dat op die betrekking van toepassing is.

In het geval het toepasselijk recht niet op basis van bovenstaande regel kan worden bepaald, en partijen hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben, dan is het recht van dat land van toepassing. Ingeval partijen hun gewone verblijfplaats niet in hetzelfde land hebben, dan is van toepassing het recht van het land waar de zaakwaarneming heeft plaatsgevonden.

Deze regels kennen een uitzondering via de ‘ontsnappingsclausule’. Dit houdt in dat indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat het geval een kennelijk nauwere band heeft met een ander land, het recht van dat andere land van toepassing is.

  • De Rome II verordening en het toepasselijk recht op een internationale precontractuele aansprakelijkheid

Artikel 12 Rome II verordening ziet op een internationale precontractuele aansprakelijkheid. Hieruit volgt dat het recht van toepassing is dat van toepassing is op de overeenkomst of dat op de overeenkomst van toepassing zou zijn geweest indien zij was gesloten.

In het geval het toepasselijk recht niet op basis van bovenstaande regel kan worden bepaald, dan gelden er drie mogelijkheden:

  • het recht is van toepassing van het land waar de schade zich voordoet, ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welke landen de indirecte gevolgen van die gebeurtenis zich hebben voorgedaan; of
  • het recht is van toepassing van het land waar de partijen beiden hun gewone verblijfplaats hebben op het tijdstip waarop de schadeveroorzakende gebeurtenis zich voordoet; of

indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit onderhandelingen voorafgaand aan het sluiten van een overeenkomst, een kennelijk nauwere band heeft met een ander dan het onder voorgaande twee punten bedoelde land, dan is het recht van dat andere land van toepassing.

De Rome II verordening en de rechtskeuze

Hoofdstuk IV van de Rome II verordening kent één bepaling en daarin wordt de rechtskeuze geregeld. Uit artikel 14 Rome II verordening volgt dat een rechtskeuze in principe is toegelaten, mits partijen een rechtskeuze maken bij overeenkomst die zij sluiten nadat de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan, of, indien elk van hen handelsactiviteiten verricht, tevens bij een beding dat zij vrijelijk overeengekomen zijn voordat de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan.

Het is belangrijk dat de rechtskeuze uitdrukkelijk geschiedt of voldoende duidelijk blijkt uit de omstandigheden van het geval. De rechtskeuze laat de rechten van derden onverlet.

De rechtskeuze kent ook een beperking: indien alle op het tijdstip van de schadeveroorzakende gebeurtenis mogelijke aanknopingspunten zich in een ander land bevinden dan dat waarvan het recht is gekozen, dan laat de rechtskeuze de toepassing van de rechtsregels van dat andere land, waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken, onverlet. Daarnaast wordt de rechtskeuze beperkt ingeval van dwingend EU-recht: indien alle op het tijdstip van de schadeveroorzakende gebeurtenis mogelijke aanknopingspunten zich in één of meer lidstaten bevinden, laat de keuze door de partijen van het recht van een niet-lidstaat de toepassing van de bepalingen van het EU-recht waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken, in voorkomend geval zoals deze in de lidstaat van de rechter zijn geïmplementeerd, onverlet.

Wilt u een vrijblijvende kostenopgave ontvangen?

Let op! In sommige gevallen is een rechtskeuze niet toegestaan, denk bijvoorbeeld aan een verbintenis die voortvloeit uit oneerlijke concurrentie, een beperking op de mededinging of een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht.

De Rome II verordening en de werkingssfeer van het toepasselijke recht

De Rome II verordening kent in artikel 15 Rome II verordening een bepaling die de specifieke werkingssfeer van het toepasselijke recht, de lex causae, regelt. Tot de lex causae behoort met name:

  • de grond en de omvang van de aansprakelijkheid, waaronder begrepen het vaststellen wie voor een handeling aansprakelijk gesteld kan worden;
  • de gronden tot uitsluiting van aansprakelijkheid, alsook elke beperking en verdeling van de aansprakelijkheid;
  • het bestaan, de aard en de begroting van de schade of het gevorderde;
  • de maatregelen die de rechter, binnen de grenzen van zijn procesrechtelijke bevoegdheid, kan treffen om letsel of schade te voorkomen, te beperken of te laten vergoeden;
  • de mogelijkheid tot overdracht van het recht om schadevergoeding of schadeloosstelling te eisen, waaronder begrepen erfopvolging;
  • het bepalen wie recht heeft op vergoeding van de persoonlijk geleden schade;
  • de aansprakelijkheid voor handelingen van anderen;
  • de wijze van tenietgaan van de verbintenis, alsmede de verjaring en het verval, waaronder begrepen de aanvang, de stuiting, en de schorsing van de verjarings- of vervaltermijn.

De lex causae omvat dus een behoorlijk stuk van het civiele onrechtmatige daadsrecht. De werkingssfeer van de lex causae kan echter ook worden beperkt. Denk aan voorrangsregels: de rechter kan zijn eigen dwingende rechtsregels toepassen op de casus, ongeacht het door de Rome II verordening aangewezen toepasselijk recht. Daarnaast moet de rechter rekening houden met veiligheidsvoorschriften en gedragsregels die van kracht zijn op het tijdstip en de plaats van de gebeurtenis welke de aansprakelijkheid veroorzaakt. Ook kan de rechter de toepassing van de lex causae weigeren op grond van de openbare orde exceptie: dit kan enkel indien de lex causae ‘kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde van het land van de rechter’ en van deze bepaling mag de rechter dus slechts spaarzaam gebruikmaken.

Persoonlijk contact

Het IJI heeft een kleinschalig karakter. Dit betekent dat u steeds persoonlijk contact heeft met een vaste medewerker en dat de lijnen kort zijn, zodat we snel kunnen schakelen.

Wereldwijd netwerk

Wij beschikken over een wereldwijd netwerk van juridische experts uit de wetenschap en praktijk. Dit netwerk kunnen wij direct inschakelen wanneer uw zaak daarom vraagt.

Up-to-date expertise

Wij hebben sterke banden met de rechtswetenschap en nemen actief deel aan het wetenschappelijke debat via onderzoeksprojecten en publicaties. We zijn daardoor goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen inzake het internationaal privaatrecht en buitenlands recht.

Onafhankelijk advies

Als vaste deskundige van de Rechtspraak, geven wij enkel onafhankelijk advies. Onze rapporten zijn daarom goed te gebruiken ter onderbouwing van een rechterlijk oordeel, als basis voor een notariële akte of voor de onderbouwing van een processtuk.

Maak gebruik van onze expertise over de Rome II verordening

Het IJI in Den Haag is gespecialiseerd in het bieden van deskundig en onafhankelijk advies over zaken wat betreft internationaal privaatrecht, inclusief de Rome II verordening. Via ons slimme kennissysteem en brede internationale netwerk hebben wij op dit gebied al meer dan 240.000 adviezen uitgebracht. Wilt u ook gebruikmaken van onze diensten? Dien dan vrijblijvend uw adviesaanvraag in via de website of e-mail (info@iji.nl). Binnen een week, uiterlijk twee weken, ontvangt u een goed onderbouwd en praktisch rapport.  Bij eenvoudige vragen kunt u contact met ons opnemen via chatbox. 

Wat onze cliënten over ons zeggen

Advocaat mr. Tim de Greve, partner bij Stibbe.

Ik schakel het IJI regelmatig in bij zaken waarin IPR-aspecten een rol spelen. Het bestaat al 100 jaar en kan dus bogen op een lange geschiedenis en ervaring. Er zijn vooraanstaande mensen aan verbonden. Niet in de laatste plaats de heer Strikwerda. Ze denken met je mee, begrijpen meteen de vraag waar je mee zit en dragen oplossingsrichtingen aan. Ze hebben de goede connecties in binnen- en buitenland om vragen binnen een redelijke termijn te beantwoorden. Los daarvan is het heel prettig samenwerken met de mensen van het IJI.

Advocaat mr. Leushuis, Leushuis Advocaten

Ik heb als advocaat een normale rechtspraktijk en wordt zelden geconfronteerd met internationale aspecten. Om voor internationale dossiers het ipr uit te moeten zoeken is niet te doen. In deze tijd heb je daarvoor echt een ipr deskundige nodig. De kwaliteit van IJI rapporten vind ik echt een 10 waard. Ik ontvang heel gedegen rapporten waar ik heel blij mee ben en de cliënten ook. De snelheid van de dienstverlening is ook heel goed en is telkens eigenlijk nog sneller dan ik had verwacht. Ook fijn was dat het contact met de IJI werknemers heel plezierig is. Ik ben blij dat het instituut bestaat en de advocatuur behulpzaam kan zijn.

Advocaat mr. Ria van Seventer, Meesters aan de Maas Advocaten

Ons advocatenkantoor is gevestigd in Rotterdam, een stad met meer dan 170 nationaliteiten, en daarom moeten we regelmatig om advies vragen aan het Internationaal Juridisch Instituut. Ik heb bijvoorbeeld te maken gehad met de erkenning van een kind door een Italiaan, waarop Italiaans recht moet worden toegepast. Ik spreek geen Italiaans dus ik kan dat niet zelf. Ik heb ook geen toegang tot de bronnen en het Internationaal Juridisch Instituut heeft dat wel.

Notaris Bernard Kapma, BK Notarissen

In mijn praktijk komen steeds meer zaken voor met een internationaal aspect. Gelukkig zorgen de Europese Verordeningen voor erfrecht en huwelijksvermogensrecht voor meer duidelijkheid, maar toch zijn er nog veel zaken waar je niet zeker weet hoe het zit, welk recht van toepassing is of dat je een oplossing die in Nederland heel praktisch lijkt, wel goed uitgevoerd kan worden of de beoogde gevolgen heeft in een ander land.

Ik vraag dan vaak advies bij het IJI en wat me opvalt is dat het vaak toch net anders zit dan je zelf vooraf had gedacht. Een schriftelijk advies van een expert in je dossier geeft ook rust en zekerheid. Je kunt dan altijd laten zien dat je niet zomaar zelf wat hebt bedacht, maar als een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsbeoefenaar te werk bent gegaan.

Wilt u een vrijblijvende kostenopgave ontvangen?